Zoekend naar restmaterialen lijkt een rode draad zichtbaar te worden. Hoe industriëler het ding, hoe minder herbruikbaar de componenten.
Standaard keukenblokken bijvoorbeeld. Een vast ingrediënt in grootschalige woningbouw. Ze kunnen niet zonder elkaar. Even sterk verwant met elkaar als de lift en hoogbouw. In elke sociale huurwoning die op punt staat gesloopt te worden struikel je over dat ding. Indrukwekkend efficiënt gecomponeerd binnen een doeltreffend modulair systeem. De geschiedenis van het ding is een detail in onze culturele ontwikkeling. Maar een heldere voor wie bereid is het te zien.
In de ’20-er jaren ontploft de avant garde als confetti uit een kanon. Idealistisch, esthetisch, expressief en kleurrijk. Aanvankelijk verloopt de transitie van traditie naar moderniteit via zowel expressionisme als rationalisme. Door de herkenbaarheid van haar stijlkenmerken en sterke proponenten kan het rationalisme pas houden met expressionisme ondanks haar extremiteit. Maar het zijn de gevolgen van de tweede wereldoorlog die rationalisme zo dominant zouden maken. Fascisten nemen hun monumentale en historiserende stijl mee in hun ondergang. De emancipatie van vrouwen vereist een ergonomische, efficiënte keuken. Het moet een bron worden van dagelijks gemak en plezier. Liefst vol vernuft en accessoires. De dames mogen eindelijk iets leukers doen dan de hele dag zwoegen en improviseren in het donker.
Na de destructie van de oorlog volgt de onmiddellijke noodzaak voor veel betaalbare woningen. En in al die woningen moet een keuken die aan dezelfde eisen voldoet. Huizenblokken en keukenblokken hebben hetzelfde DNA.
Een opgewekt tijdperk van versnelde industrialisatie en emancipatie neemt het rationalisme in haar kielzog mee. Aanvankelijk vol idealisme, esthetiek, expressie en kleur. Maar die houden geen stand in een economie van consumptie en massa productie. Het is een race naar de bodem. Het alomtegenwoordige keukenblok dat ik hier beschrijf laat zien wat we overhouden. Twee lades en drie deurtjes. Een mysterieuze mix van vezels en bindmiddel. Gefineerd met een laag kunststof. Afgetopt met een flinterdunne laag geribbeld staal. Zorgvuldig ge-‘engineered’ tot het absolute minimum. Niemand kan ervan houden. Zelfs als we er elke dag profijt van hebben. De keukenboer heeft zijn reputatie, slechter dan een tweedehands autoverkoper, er ruimschoots aan verdiend.
Door de treurigheid van het ding zou je bijna de indrukwekkende triomf van ratio over het hoofd zien. Er zijn er ontelbaar veel van. Wat moeten we ermee?